Het in het geding zijnde verbod kan niet worden verantwoord door artikel 36 van hetzelfde Verdrag, dat de bescherming van de volksgezondheid tot een rechtvaardigingsgrond maakt, aangezien het tegelijk inefficiënt is ten aanzien van dat doel en onevenredig, aangezien minder restrictieve middelen, zoals de voorlichting van de consument, het immers mogelijk maken dat doel te bereiken.
L'interdiction en cause ne peut être justifiée par l'article 36 du même Traité - qui fait de la protection de la santé publique une cause de justification -, dès lors qu'elle est à la fois inefficace au regard de ce but et disproportionnée, des moyens moins restrictifs, tels que l'information du consommateur, permettant en effet d'atteindre ce but.