De vasts
telling van de zeer korte termijnen bepaald in artikel 116, § 1, van de bestreden wet werd verantwoord door de zorg om die af te stemmen op, ofwel, zoals in de voormelde parlementaire voorbereiding is verklaard, de
termijnen die betrekking hebben op « de externe rechtspositie van veroordeelden tot een vrijheidsstraf » (artikel 97 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het sla
chtoffer toegekende rechten in het raam van de ...[+++]strafuitvoeringsmodaliteiten), ofwel, zoals de Ministerraad aanvoert, de termijnen waarin is voorzien met betrekking tot de voorlopige hechtenis (artikel 31 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis).La fixation des délais extrêmement brefs prévus par l'article 116, § 1, de la loi attaquée a été justifiée par le souci de les aligner, soit, ainsi qu'il fut déclaré dans les travaux préparatoires précités, sur les délais qui concernent « le statut externe du condamné à une peine privative de liberté » (article 97 de la
loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine), soit, comme le fait valoir le Conseil des ministres, sur les délais prévus en matière de détention préventive (article
...[+++]31 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive).