13. wijst erop dat uitmuntendheid, innovatie en menselijk potentieel de troeven van de Unie zijn, en dat veel Europeanen door de afnemende investeringen in onderzoek, onderwijs en opleiding, maar ook door de bijzonder hoge werkloosheidspercentages, zowel in enkele lidstaten als in de eurozone in haar geheel, ertoe worden aangezet werk op andere arbeidsmarkten te zoeken; wijst er tevens op dat de braindrain een belangrijk struikelblok is voor de economische groei, de versterking van het concurrentievermogen van de Unie en de bevordering van ondernemerschap;
13. insiste sur le fait que l'excellence, l'innovation et les ressources humaines constituent les avantages comparés de l'Union et que, de ce fait, la diminution progressive des investissements dans la recherche, l'enseignement et la formation, mais aussi les taux particulièrement élevés de chômage, tant dans certains États membres que dans la zone euro, poussent de nombreux Européens à rechercher un emploi sur d'autres marchés; souligne que la fuite des cerveaux constitue un obstacle majeur à la croissance, au renforcement de la compétitivité de l'Union et à la promotion de l'esprit d'entreprise;
