31. merkt op dat het aantal niet-afgeronde inbreukprocedures gestaag afneemt; waardeert het dat de lidstaten zich zeer inspannen om inbreuken te verhelpen zonder dat het tot een gerechtelijke procedure komt.
31. souligne que le nombre de procédures d'infraction en instance ne cesse de diminuer; se félicite de ce que les États membres s'efforcent de remédier aux situations d'infraction hors procédures judiciaires.