Andere lidstaten, waaronder België, waren dan weer van mening dat de verklaring van 9 december 2011 een mandaat was dat moest worden nageleefd en stelden in het algemeen dat het niet de taak is van een rechterlijke instantie zich over het begrotingsbeleid van de lidstaten uit te spreken.
D'autres, comme la Belgique, estimaient en revanche que la déclaration du 9 décembre 2011 constituait un mandat qu'il convenait de respecter et firent plus généralement valoir qu'il n'appartenait pas à une instance judiciaire de se prononcer sur la politique budgétaire des Etats.