Art. 2. Tijdens de periode van de uitvoering van de steun voor project of van de programmaovereenkomst kan de Minister, als bewarende maatregel, na het advies aan de bevoegde instantie in eerste instantie te hebben gevraagd, voorlopig alles of een gedeelte van de uitbetaling van de subsidies met onmiddellijk gevolg onderbreken, bij vermoeden van geldverduistering of van frauduleus beheer van de operator voortvloeiend uit het openen van een opsporingsonderzoek of van een strafrechtelijk onderzoek.
Art. 2. En cours d'aide au projet ou de contrat-programme, le Ministre peut, à titre conservatoire, après avoir soumis au préalable à l'avis de l'instance compétente, interrompre provisoirement tout ou partie du versement des subventions avec effet immédiat, en cas de présomption de détournement de fonds ou de gestion frauduleuse de l'opérateur résultant de l'ouverture d'une information ou d'une instruction pénale.