10. Elke instelling oefent de haar bij het onderhavige artikel toegekende bevoegdheden uit onder eerbiediging van de bepalingen van het Verdrag en de ter uitvoering daarvan vastgestelde besluiten, met name inzake de eigen middelen van de Gemeenschappen en het evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven.
10. Chaque institution exerce les pouvoirs qui lui sont dévolus par le présent article dans le respect des dispositions du traité et des actes arrêtés en vertu de celui-ci, notamment en matière de ressources propres aux Communautés et d'équilibre des recettes et des dépenses.