Het steunde daarbij echter op twee zeer specifieke omstandigheden : enerzijds was de bestreden wet, die de bestaande regeling bestendigde, geïntegreerd in een aan gang zijnde hervorming van het algemene institutionele stelsel van de Belgische Staat, waarbij de problematiek van de zetelverdeling voor het Europees Parlement, samen met die van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, een definitieve oplossing moest krijgen in een toekomstige (« derde ») fase; anderzijds ging het om een loutere gelegenheidswet, die enkel zou gelden voor de verkiezingen van 1989 (7).
Elle se fondait cependant sur deux circonstances très spécifiques : d'une part, la loi contestée, qui entérinait la règle existante s'insérait dans une réforme du système institutionnel général de la Belgique qui était en cours et qui, dans une phase ultérieure (« troisième » phase) devait apporter une solution définitive au problème de la répartition des sièges pour le Parlement européen, couplé à celui de l'arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde; d'autre part, il s'agissait d'une loi de circonstance qui ne valait que pour les élections du 1989 (7).
