Het mededingingsbeleid moet ervoor zorgen dat de vrijheden die in het kader van het interne-marktprogramma worden geschapen niet worden aangetast door steunmaatregelen van de Staten, concurrentievervalsende overeenkomsten of concentraties of door misbruik van een machtspositie; dit beleid kan tevens bijdragen tot de totstandbrenging van de interne markt in sectoren die niet onder het programma voor "1992" vallen (postdiensten, telecommunicatie, energie).
La politique de concurrence doit veiller à ce que les libertés instaurées dans le cadre du programme du marché intérieur ne soient pas érodées par des aides d'État, par des accords anticoncurrentiels ou des concentrations ou par des abus de position dominante: elle a les moyens de contribuer à l'ouverture du marché intérieur dans des domaines qui ne sont pas couverts par le programme "1992" (services postaux, télécommunications, énergie).