« Art. 28. § 1. Interventies van organisaties van de lokale civiele maatschappij aanwezig in de partnerlanden die over voldoende beheerscapaciteiten beschikken om hun eigen doelstellingen alleen te behalen, kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring, in een beperkt aantal partnerlanden, op voorstel van de bevoegde Belgische federale vertegenwoordiging en in overleg met de Belgische actoren die actief zijn op het terrein.
« Art. 28. § 1. Des interventions des organisations de la société civile locale présentes dans les pays partenaires et disposant de capacités de gestion suffisantes pour atteindre seules leurs propres objectifs peuvent être subventionnées, dans un nombre limité de pays partenaires, sur proposition de la représentation fédérale belge compétente et en concertation avec les acteurs belges actifs sur le terrain.