Bij
zijn arrest nr. 140/2008 van 30 oktober 2008 heeft het Hof artikel 39, eerste lid
, van de wet van 10 juni 1997 vernietigd, in zoverre het de strafrechter niet toestaat om, wanneer er verzacht
ende omstandigheden bestaan, de in die bepaling voorgeschreven geldboete te matigen en in zoverre het, door niet te voorzien in een maximum- en minimumgeldboete, afbreuk kan doen aan het recht op het ongestoord genot van de eigendom gewaarb
...[+++]orgd bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Par son arrêt n° 140/2008 du 30 octobre 2008, la Cour a annulé l'article 39, alinéa 1, de la loi du 10 juin 1997, en ce qu'il ne permet pas au juge pénal, lorsqu'existent des circonstances atténuantes, de modérer l'amende prévue par cette disposition et en ce que, en ne prévoyant pas une amende maximale et une amende minimale, il peut être de nature à porter atteinte au respect des biens garanti par l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme.