Artikel 21 van de voormelde wet van 1 juli
1964 bepaalt : « De wegens mi
sdaad of wanbedrijf veroordeelde personen die, tijdens hun hechtenis, in staat van krankzinnigheid of in een ernstige staat van gee
stesstoornis of van zwakzinnigheid worden bevonden, die hen ongeschikt maakt tot het controleren van hun daden, kunnen geïnterneerd worden krachtens een beslissing
van de minister van Justitie, genomen ...[+++]op eensluidend advies van de commissie tot bescherming van de maatschappij.
L'article 21 de la loi précitée du 1 juillet 1964 dispose : « Les condamnés pour crimes et délits qui, au cours de leur détention, sont reconnus en état de démence ou dans un état grave de déséquilibre mental ou de débilité mentale les rendant incapables du contrôle de leurs actions, peuvent être internés en vertu d'une décision du Ministre de la Justice rendue sur avis conforme de la commission de défense sociale.