Het standpunt van de klagers wees op het verschil in behandeling van een Belg en een vreemdeling met het statuut van vluchteling, wat in strijd is met artikel 16 van het verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, dat bepaalt dat iedere vluchteling in de verdragsluitende Staat inzake toegang tot het gerecht dezelfde behandeling geniet als een onderdaan van die Staat.
La position défendue par les plaignants soulignait le traitement différent qui est ainsi fait entre le Belge et l'étranger ayant acquis le statut de réfugié, et ce, en contradiction avec l'article 16 de la Convention de Genève du 28 juillet 1951 relative au statut des réfugiés, aux termes duquel tout réfugié jouira dans l'État contractant du même traitement qu'un ressortissant en ce qui concerne l'accès aux tribunaux.