Het Koninkrijk België heeft daarbij als verdragsluitende partij verklaard « dat, overeenkomstig zijn grondwettelijk recht, zowel de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat van het Federaal Parlement als de parlementaire vergaderingen van de gemeenschappen en de gewesten, in het kader van hun bevoegdheden, optreden als componenten van het nationaal Parlement, zoals bedoeld door het Verdrag ».
Le Royaume de Belgique a déclaré à cet égard, en tant que partie contractante, que, « en vertu de son droit constitutionnel, tant la Chambre des représentants que le Sénat du Parlement fédéral que les assemblées parlementaires des communautés et des régions agissent, dans le cadre de leurs compétences, comme composantes du Parlement national au sens du Traité ».