De prejudiciële vraag heeft betrekking op de laattijdige bekrachtiging waardoor het onderzoek, door de wetgevende Kamers, van het in het geding zijnde koninklijk besluit niet zou hebben plaatsgevonden binnen de relatief korte termijn die is vastgesteld bij artikel 105, tweede lid, van het BTW-Wetboek.
La question préjudicielle porte sur la confirmation tardive, de sorte que l'examen, par les Chambres législatives, de l'arrêté royal en cause n'aurait pas eu lieu dans le délai relativement court fixé par l'article 105, alinéa 2, du Code de la TVA.