Art. 6. § 1. In het geval bedoeld in artikel 52, § 1, eerste lid, van de wet wordt de aanvraag tot kosteloze rechtshulp zo spoedig mogelijk en uiterlijk, op straffe van niet-ontvankelijkheid, binnen de dertig dagen na het eerste vertrouwelijk overleg met de advocaat of, naargelang van het geval, dertig dagen na de ontvangst van de schriftelijke uitnodiging voor verhoor, behoudens overmacht, schriftelijk ingediend bij de bevoegde overheid.
Art. 6. § 1. Sauf cas de force majeure, dans le cas visé à l'article 52, § 1, alinéa 1, de la loi, la demande d'assistance en justice est introduite par écrit auprès de l'autorité compétente, le plus vite possible et, au plus tard, sous peine d'irrecevabilité, dans les trente jours après la première concertation confidentielle avec l'avocat ou, selon le cas, trente jours après la réception de la convocation écrite à l'audition.