(f) in tegenstelling tot bij exploitatiesubsidies, de gemaakte kosten die nodig zijn voor de continue werking van de onderneming, maar die niet onmiddellijk kunnen worden geassocieerd met de aangeboden producten/diensten („indirecte” of „overheadkosten”) ten belope van maximaal 10% van de totale directe subsidiabele kosten van de actie, voor zover deze niet meer bedragen dan 250 000 EUR, en daarna maximaal 8% op forfaitaire basis.
sauf dans le cas de subventions de fonctionnement, les coûts exposés qui sont nécessaires pour la pérennité de l'activité, mais qui ne peuvent être immédiatement associés aux produits/services offerts (coûts «indirects» ou «généraux»), à hauteur de 10 % du total des coûts directs éligibles de l'action, jusqu'à un plafond de 250 000 EUR, et, au-delà, à hauteur de 8 % sur la base d'un taux forfaitaire.