Art. 3. De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden en de Minister van Begroting worden ertoe gemachtigd om de kredieten die noodzakelijk zijn voor de betaling van de personeelsleden die zijn overgeheveld in het kader van de regionalisering ten gevolge van de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot hervorming der instellingen, over te dragen tussen de programma's 19.03 en 10.01, alsmede de kredieten met betrekking tot de niet-specifieke bestuursinformatica.
Art. 3. La Ministre de l'Agriculture et de la Ruralité et le Ministre du Budget sont habilités à transférer entre les programmes 19.03 et 10.01 les crédits nécessaires au paiement des agents transférés dans le cadre de la régionalisation, suite à la loi spéciale de réforme institutionnelle du 13 juillet 2001, ainsi que les crédits relatifs à l'informatique administrative non spécifique.