De eerste, de zesde en de zevende prejudiciële vraag hebben betrekking op artikel 200 van het Wetboek diverse rechten en taksen (hierna : WDRT) en de tweede, de derde, de vierde en de vijfde vraag hebben betrekking op de wet van 1 mei 1939 « waarbij aan de Koning bepaalde machten worden toegekend voor het gezondmaken en in evenwicht brengen van de openbare financiën, het bekomen van gunstiger voorwaarden voor de ontwikkeling van 's lands economie en het voorzien in andere dringende noodwendigheden » (hierna : wet van 1 mei 1939).
Les questions préjudicielles 1, 6 et 7 concernent l'article 200 du Code des droits et taxes divers (ci-après : CDTD) et les deuxième, troisième, quatrième et cinquième questions préjudicielles concernent la loi du 1 mai 1939 « attribuant au Roi certains pouvoirs en vue de réaliser l'assainissement et l'équilibre des finances publiques, de créer des conditions plus favorables au développement de l'économie nationale et de pourvoir à d'autres nécessités urgentes » (ci-après : la loi du 1 mai 1939).