Overwegende dat het interuniversitair onderzoek, bedoeld bij artikel 4, § 2, van het voormelde decreet van 30 juni 1998, bepaalt dat het gemiddelde van de socio-economische niveaus van de
wijken die aan elke leerling worden toegewezen, in rekening moet worden gebracht; dat het verschil tussen de hoogste waarde en de laagste waarde dat voor dat gemiddelde in aanmerking wordt genomen, afzonderlijk beschouwd of in verhouding gebracht tot een percentage leerlingen die afkomstig zijn uit de wijken bepaald overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 tot bepaling van het socio-economisch niveau en d
...[+++]e percentages om de inrichtingen, scholen of vestigingsplaatsen voor basisonderwijs en secundair onderwijs te kunnen aanduiden die in aanmerking kunnen genomen worden voor positieve discriminatie, met toepassing van artikel 4, § 3, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, ter verantwoording ligt van de vermeerderingen, waarbij, enerzijds de verspreiding van de beschikbare middelen wordt vermeden, en, anderzijds, deze kunnen worden toegekend aan de plaatsen waar zij het meest noodzakelijk zijn; Considérant que l'enquête interuniversitaire, visée à l'article 4, §
2, du décret du 30 juin 1998 précité recommande de prendre en compte la moyenne des niveaux socio-économiques des quartiers attribués à chaque élève; que l'intervalle retenu pour ladite moyenne, seul ou corrélé avec une proportion d'élèves issus des quartiers déterminés conformément à l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 3 février 2000 visant à arrêter le niveau socio-économique et les proportions permettant de déterminer les établissements, écoles ou implantations d'enseignement fondamental et d'enseignement secondaire susceptibles de bénéficier
de discri ...[+++]minations positives, en application de l'article 4, § 3, du décret du 30 juin 1998 visant à assurer à tous les élèves des chances égales d'émancipation sociale, notamment par la mise en oeuvre de discriminations positives, fonde les ajouts en permettant, d'une part, d'éviter la dispersion des moyens disponibles et, d'autre part, de les attribuer là où ceux-ci sont le plus nécessaires;