Als de exporteur, de vervoerder of de doorvoerder van de goederen of een andere bij de voorgenomen doorvoer betrokken partij een redelijk vermoeden heeft dat de voorgenomen doorvoer onder een of meer van de gevallen, vermeld in het eerste lid, valt of kan vallen, brengt hij de dienst die de Vlaamse Regering daarvoor heeft aangewezen, daarvan op de hoogte.
Si l'exportateur, le transporteur ou le transitaire des biens ou une autre partie associée au transit envisagé, a une présomption raisonnable que le transit envisagé relève ou peut relever d'un des cas, visés à l'alinéa 1, il en informe le service désigné à cet effet par le Gouvernement flamand.