Tegelijkertijd moeten we, zolang de mensenrechten en het non-discriminatiebeginsel worden geëerbiedigd, het recht van iedere democratie respecteren om te discussiëren over nationale wetten, deze te wijzigen en nieuwe wetten aan te nemen, zonder ons te mengen in de debatten van nationale parlementen, zonder het subsidiariteitsbeginsel te schenden en zonder overhaast actie te ondernemen of een lidstaat te veroordelen.
Parallèlement, il importe de respecter le droit de toute démocratie - dans le plein respect des droits de l’homme et du principe de non-discrimination - d’examiner, de modifier et d’adopter des lois et dispositions nationales sans ingérence dans les débats des parlements nationaux, sans infraction au principe de subsidiarité et sans agir ou condamner un État membre de manière prématurée.