2. De lidstaten zien erop toe dat de in lid 1 bedoelde informatie mondeling of schriftelijk en in eenvoudige en toegankelijke bewoordingen wordt verstrekt, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele specifieke behoeften van kwetsbare verdachten of beklaagden.
2. Les États membres veillent à ce que les informations fournies au titre du paragraphe 1 soient données oralement ou par écrit, dans un langage simple et accessible, en tenant compte des éventuels besoins particuliers des suspects ou des personnes poursuivies vulnérables.