De regel krachtens welke, zolang de betwiste beslissing niet is uitgewist, alleen de voldoende gekwalificeerde schending, door een in laatste aan
leg rechtsprekende rechterlijke instantie, van de toepasselijke rechtsr
egels, het mogelijk maakt de Staat aansprakelijk te stellen wegens een fout begaan in de uitoefening van de rechtspreken
de functie, beperkt zich echter ertoe « de contouren te preciseren van de delictuele aansprakelijkh
...[+++]eid » van de Staat (ibid., § 112) zonder « een onschendbaarheid, in de feiten of in de praktijk, » te verankeren « wegens het vermeend absolute of algemene karakter ervan », aangezien hij « slechts » betrekking heeft « op één aspect van de uitoefening van de bevoegdheden en plichten van de overheid en niet in die zin kan worden beschouwd dat hij tot gevolg heeft gehad een hele reeks van burgerlijke rechtsvorderingen willekeurig aan de bevoegdheid van de rechtbanken te onttrekken » (EHRM, grote kamer, 10 mei 2001, Z en anderen t. Verenigd Koninkrijk, § 98).Or, la règle en vertu de laquelle, tant que la décision litigieuse n'a pas été effacée, seule la violation suffisamment caractérisée par une juridiction de dernier ressort des règles de droit applicables permet d'engager la responsabilité
de l'Etat pour une faute commise dans l'exercice de la fonction juridictionnelle se limite à « précis [ er ] les contours de la responsabilité délictuelle » de l'Etat (ibid., § 112) sans consacrer « une immunité, en fait ou en pratique, en raison de son caractère prétendument absolu ou général » puisqu'elle ne porte « que sur un aspect de l'exercice des pouvoirs et devoirs des autorités et ne saurait êt
...[+++]re considérée comme ayant eu pour effet de soustraire arbitrairement à la compétence des tribunaux toute une série d'actions civiles » (CEDH, grande chambre, 10 mai 2001, Z et autres c. Royaume-Uni, § 98).