2. De betrokken lidstaten kunnen, na raadpleging van de regionale adviesraden, in artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van deze verordening genoemde gemeenschappelijke aanb
evelingen de eerste keer ni
et later dan twaalf maanden na de inwerkingtreding v
an deze verordening indienen, en vervolgens twaalf maanden na elke indiening van ee
n evaluatie van het plan overeenkomstig arti ...[+++]kel 14, maar uiterlijk op 1 september voor maatregelen die betrekking hebben op de lidstaten.
2. Les États membres concernés peuvent, après consultation des conseils consultatifs régionaux, soumettre les éventuelles recommandations communes visées à l'article 6, paragraphe 3, à l'article 8, paragraphe 3, et à l'article 9, paragraphe 4, pour la première fois au plus tard douze mois après l'entrée en vigueur du présent règlement et, par la suite, douze mois après chaque soumission de l'évaluation du plan conformément à l'article 14, mais au plus tard le 1 septembre pour des mesures qui concernent les États membres.