Bijgevolg is de maatregel die de weigering van de moeder om haar toestemming te verlenen instelt als een grond van niet-ontvankelijkheid, behalve indien de moeder zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht, en die aan de rechter dus geen enkele mogelijkheid laat om rekening te houden met het belang van het kind om in v
oorkomend geval het onverantwoorde karakter te beoordelen van de weigering om die toestemming te verlenen, niet redelijk verantwoor
...[+++]d en derhalve niet bestaanbaar met de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet.
En conséquence, la mesure qui érige le refus du consentement de la mère en fin de non-recevoir, sauf si la mère s'est désintéressée de l'enfant ou en a compromis la santé, la sécurité ou la moralité, et qui ne laisse donc au juge aucune possibilité de tenir compte de l'intérêt de l'enfant pour apprécier, le cas échéant, le caractère abusif du refus de ce consentement, n'est pas raisonnablement justifiée et n'est dès lors pas compatible avec les articles 22 et 22bis de la Constitution.