Traduction de «maatregelen betreft meent » (Néerlandais → Français) :

Wat de meer structurele maatregelen betreft, meent de minister dat een algemene herstructurering van de gerechtelijke organisatie per arrondissement nodig is, vooral met het oog op een grotere verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de korpschefs met betrekking tot het financiële en het personeelsbeheer.
En ce qui concerne les mesures plus structurelles, la ministre est d'avis qu'une restructuration générale de l'organisation judiciaire par arrondissement s'impose, surtout en vue d'une plus grande responsabilisation et compétence des chefs de corps, en gestion financière et en gestion des ressources humaines.

Wat de maatregelen betreft die moeilijk haalbaar lijken wegens hun budgettaire impact, meent spreekster dat de vragen kunnen worden afgezwakt door er « in de mate van het mogelijke » aan toe te voegen, maar dat ze zeker niet mogen worden geschrapt.
En ce qui concerne les mesures qui semblent difficile à réaliser à cause de leur impact budgétaire, l'intervenante pense que les demandes peuvent être adoucies en y rajoutant la formulation « dans la mesure des moyens disponibles », mais qu'elles ne peuvent certainement pas disparaitre du texte.

Wat het ethisch aspect betreft, meent de minister dat men drie soorten maatregelen kan nemen.
À propos du volet éthique, le ministre estime que l'on peut envisager trois catégories de mesures.

De Regering meent het ontwerp van wet niet te moeten aanvullen wat de voorlopige maatregelen betreft die hoofdzakelijk ertoe strekken het risico op een plotse overbrenging van het kind naar een derde land te voorkomen, maar tevens betrekking hebben op alle situaties waarin het kind aan gevaren wordt blootgesteld bij de ouder die het ontvoerde.
Le Gouvernement n'estime pas devoir compléter le projet de loi en ce qui concerne les mesures provisoires qui visent principalement à prévenir tout risque de déplacement intempestif de l'enfant vers un pays tiers mais qui couvrent également toutes les situations où l'enfant se trouve dans un état de danger auprès du parent enleveur.

Wat de algemene verenigbaarheid van de maatregelen met de richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun betreft, meent het Verenigd Koninkrijk dat de voorgenomen maatregelen onder het toepassingsgebied van de richtsnoeren vallen.
S’agissant de la compatibilité générale des mesures avec les lignes directrices au sauvetage et à la restructuration, le Royaume-Uni considère que les mesures proposées entrent dans le cadre des lignes directrices.

HERHAALT dat hij het belangrijk vindt dat ontwikkelde landen na 2012, zoals in de besluiten van Durban is opgenomen, hun steun voortzetten; BEGROET MET INSTEMMING het werkprogramma over langetermijnfinanciering waarmee in het kader van het UNFCCC de conclusies en aanbevelingen van de adviesgroep op hoog niveau inzake de financiering van maatregelen op het gebied van klimaatverandering van de VN-secretaris-generaal (AGF) zullen worden besproken, alsmede die van de internationale financiële instellingen in G20-verband, zodat kan worden bijgedragen aan de voortdurende inspanningen om klimaat­financiering na 2012 naar een hoger niveau te tillen, en maatregelen inzake mitigatie, REDD+, adaptatie, ontwikkeling en overdracht van technologie en capaciteitsopbouw te faciliteren en te ondersteunen; MEENT dat dit programma bruikbare gegevens kan aanleveren om een traject in kaart te brengen waarlangs tussen 2013 en 2020 klimaatfinanciering kan worden opgewaardeerd, in de context van betekenisvolle mitigatiemaatregelen en transparantie bij de uitvoering, teneinde de gemiddelde temperatuurstijging op aarde onder 2°C te houden ten opzichte van de pre-industriële niveaus; HERHAALT dat, ondanks de aanzienlijke financiële uitdagingen en budgettaire beperkingen in de EU en de lidstaten zelf, de EU en de lidstaten in 2012 resultaten moeten boeken wat betreft de snelstartfinanciering, overeenkomstig de algemene toezeggingen die op dat gebied zijn gedaan;
RÉAFFIRME qu'il importe que les pays développés continuent d'apporter leur soutien au‑delà de 2012, comme indiqué dans les décisions de Durban; SALUE le programme de travail relatif au financement à long terme, qui prévoit d'examiner, dans le cadre de la CCNUCC, les conclusions et les recommandations formulées par le Groupe consultatif de haut niveau sur le financement de la lutte contre le changement climatique institué par le Secrétaire général des Nations unies, ainsi que par les institutions financières internationales dans le cadre du G20, afin de contribuer aux efforts actuellement consentis pour accroître la mobilisation des fonds en faveur de la lutte contre le changement climatique après 2012, et de permettre et encourager des actions d'atténuation ainsi que des mesures d'adaptation dans le cadre de REDD+, de développement et de transfert de technologies et de renforcement des capacités; CONSIDÈRE que ce programme de travail peut contribuer efficacement à la recherche de pistes permettant d'augmenter le financement de la lutte contre le changement climatique à partir de 2013 et jusqu'en 2020, dans le cadre d'actions significatives d'atténuation et de la transparence dans la mise en œuvre, en vue de limiter à moins de 2° C la hausse moyenne des températures à la surface du globe par rapport aux niveaux de l'ère préindustrielle; RAPPELLE qu'en dépit des difficultés financières importantes et des contraintes budgétaires, il importe que l'UE et ses États membres tiennent leurs engagements en ce qui concerne la mise en œuvre rapide en 2012, conformément à la promesse globale de financement annoncée;

Wat de andere criteria betreft, meent de Commissie ten eerste dat de maatregelen met staatsmiddelen worden bekostigd, aangezien zowel Fogasa als het TGSS overheidsorganen zijn die worden gefinancierd met verplichte bijdragen.
En ce qui concerne les autres critères, la Commission considère que les mesures sont financées par des ressources d’État, le FOGASA et la TGSS étant des organismes publics dont les ressources sont constituées de prélèvements obligatoires.

7. merkt op dat het ontbreken van een communautair beleid inzake de defensie-industrie tot een aanzienlijke versplintering van de defensiemarkt voor wat betreft vraag en aanbod, regelgeving en normen; erkent dat een communautair beleid inzake de defensie-industrie economische voordelen zou opleveren, de rol van de Europese Unie op wereldniveau kan versterken en de ervoor kan zorgen dat Europa haar technologische capaciteiten behoudt, zonder daarom het specifieke karakter van elke lidstaat te negeren; meent daarom dat een Europees beleid inzake de defensie-industrie meerdimensionale samenwerking zou moeten aanmoedigen, tot voordeel van de EU, door de voornaamste doelstellingen van de industrie uit te tekenen, de relatieve voordelen en strategische industriesectoren in kaart te brengen en de ondersteunende rol van het Europees Defensieagentschap (EDA) – kernspeler bij de uittekening van een Europees industrieel beleid – en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voor wat samenwerking tussen de lidstaten betreft, te benadrukken; erkent voorts dat het hoofddoel 2030 inzake de defensie-industrie moet bijdragen tot de coördinatie van het defensiebeleid van de lidstaten; merkt op dat grensoverschrijdende en trans-Atlantische industriële samenwerking de toegang tot nieuwe technologieën en de ontwikkeling van geavanceerde producten kan bevorderen en een stimulans kan vormen om naar doeltreffende maatregelen te zoeken ter vermindering van de kosten en ter verkorting van de productiecyclus; wijst erop dat een communautaire defensie-industrie op nationale basis als gevolg van de financiële crisis niet levensvatbaar is, en dat een verdere consolidatie van de EU-defensie-industrie tot lagere defensiebegrotingen zal leiden;
7. constate qu'en l'absence de politique industrielle de défense commune, le marché de la défense s'est considérablement fragmenté en matière de demande, d'offre, de réglementation et de normes; reconnaît qu'une politique industrielle de défense commune semble pertinente du point de vue économique pour renforcer le rôle de l'Union européenne sur la scène mondiale et préserver le potentiel technologique de l'Europe tout en tenant compte des spécificités de chaque État membre; est donc convaincu que la politique industrielle de défense européenne devrait encourager une coopération pluridimensionnelle au sein de l'Union, en en fixant les principaux objectifs industriels, en établissant les avantages comparatifs et les secteurs industriels stratégiques et en mettant l'accent sur le rôle de l'Agence européenne de défense (AED), un des grands acteurs dans la définition d'une politique industrielle européenne, et les divers organes de l'Organisation du traité de l'Atlantique Nord (OTAN) en vue de soutenir la coopération entre les États membres; reconnaît en outre la nécessité de définir un objectif global de l'industrie de la défense à l'horizon 2030 pour faciliter la coordination des politiques de défense des États membres; note que la coopération industrielle transfrontalière et transatlantique peut faciliter l'accès aux nouvelles technologies, encourager le développement de produits avancés et favoriser l'adoption de mesures efficaces destinées à réduire les coûts et à raccourcir le cycle de production; note que la crise financière ne permet pas de construire une industrie européenne de la défense viable au niveau des États membres et que poursuivre la consolidation de l'industrie de défense européenne permettra de réduire les budgets de la défense;

Wat het toezicht betreft meent de Commissie dat de vereenvoudiging van de maatregelen gericht moet zijn op vier specifieke gebieden:
En matière de contrôle, la Commission estime que la simplification des mesures doit porter sur quatre domaines particuliers afin: