3. stelt dat bij de onderhandelingen over de toegang van schepen onder EU-vlag tot de Marokkaanse viswateren altijd moet worden uitgegaan van het beginsel van resthoeveelheden, zoals omschreven in het VN-Verdrag inzake het recht van de zee; onderstreept in het bijzonder dat er een strenge evaluatie moet plaatsvinden van alle bestanden waarvoor vangstrechten worden gevraagd of die waarschijnlijk door de EU-vloot als bijvangst zullen worden gevangen; onderstreept dat de EU alleen toegang mag worden verleend tot die hoeveelheden die de Marokkaanse vloot niet kan vangen;
3. insiste pour que tout accès à la pêche dans les eaux marocaines négocié pour les navires battant pavillon d'un État membre de l'Union européenne soit fondé sur le principe des stocks excédentaires visé dans la convention des Nations unies sur le droit de la mer; souligne en particulier qu'une évaluation rigoureuse doit être menée pour tous les stocks pour lesquels un accès est souhaité ou qui sont susceptibles de faire l'objet de prises accessoires par les flottes de l'Union; souligne que tout accès accordé à l'Union doit concerner les ressources ne pouvant être pêchées par la flotte marocaines;