1.4. In zover het correct aantal dagen van inactiviteit bedoeld in artikel 10, 1°, a) en b) van de aangeslotene tijdens maximaal vier kwartalen voorafgaand aan zijn (vervroegde) pensionering, zijn brugpensionering of zijn overlijden door de solidariteitsinstelling niet aan de pensioeninstelling kunnen worden meegedeeld, gebeurt de berekening van het bedrag met betrekking tot deze solidariteitsprestaties voor deze ontbrekende kwartalen door de pensioeninstelling op basis van een forfaitair bedrag van 1 EUR per ontbrekend kwartaal.
1.4. Dans la mesure où l'organisme de solidarité ne peut pas communiquer à l'organisme de pension le nombre exact de jours d'inactivité de l'affilié visés à l'article 10, 1°, a) et b) pendant maximum quatre trimestres avant sa mise à la retraite anticipée ou non, sa prépension ou son décès, l'organisme de pension fera le calcul du montant relatif à ces prestations de solidarité pour les trimestres manquants sur la base d'un montant forfaitaire d'1 EUR par trimestre manquant.