Staat artikel 8, lid 2, EVRM juncto artikel 52, lid 2, van het Handvest, eraan in de weg dat de in de tiende en elfde vraag bedoelde bevoegdheid wordt toegekend aan de belastingdienst van de lidstaat, of kan het in de omstandigheden van het onderhavige geval met het oog op de bestrijding van belastingontduiking gerechtvaardigd worden geacht om in het kader van een bestuurlijke fiscale procedure met het oog op de daadwerkelijke inning van de belasting en ten behoeve van de „economische welvaart van het land” gebruik te maken van de conclusies die kunnen worden getrokken uit buiten medeweten van de betrokkene verkregen informatie?
L’article 8, paragraphe 2, de la CEDH exclut-il, compte-tenu de l’article 52, paragraphe 2, de la Charte, que l’on reconnaisse à l’administration fiscale d’un État membre la compétence évoquée aux questions 10 et 11 ci-dessus, ou peut-on, dans les circonstances de la présente affaire, considérer que l’utilisation dans le cadre de la procédure fiscale, aux fins de la lutte contre l’évasion fiscale, des résultats du recueil clandestin de données, est justifiée, aux fins de la perception efficace de l’impôt, en raison du «bien-être économique du pays»?