2. Behalve bij kredietinstellingen die gebruikmaken van artikel 114 wat betreft de inaanmerkingneming van zekerheden bij de berekening van de waarde van de posities voor de toepassing van de leden 1, 2, en 3 van a
rtikel 111, behoeft melding in de zin van lid 1 van dit artikel niet plaats te vinden voor posities die op grond van artikel 113, lid 3, onder a) tot d) en f) tot h), zijn vrijgesteld. Voor de posities die in artikel 113, lid 3, onder e) en i) in de artikelen 115 en 116 worden bedoeld, hoeft de in lid 1, onder b), van dit artik
el bedoelde melding slechts tweemaal ...[+++]per jaar plaats te vinden.
2. Sauf dans le cas des établissements de crédit se fondant sur l'article 114 pour la prise en compte des sûretés dans le calcul de la valeur exposée au risque aux fins de l'article 111, paragraphes 1, 2 et 3, ne doivent pas être notifiées conformément au paragraphe 1 du présent article les expositions exemptées en vertu de l'article113, paragraphe 3, points a) à d), f), g) et h), et la fréquence de notification prévue au paragraphe 1, point b), peut être ramenée à deux fois par an pour les expositions visées à l'article 113, paragraphe 3, points e) et i), ainsi qu'aux articles 115 et 116.