28. vindt dat enige flexibiliteit moet worden betracht ten aanzien van de regelgeving en de douaneprocessen, waardoor de lidstaten, waar mogelijk, maatwerk kunnen blijven bieden ten aanzien van de logistieke snelheid, complexiteit en hoeveelheid van de afgehandelde goederen;
28. estime qu'il faut envisager une certaine flexibilité en ce qui concerne la législation et les processus douaniers, de manière à ce que les États membres puissent continuer, lorsque cela est possible, de fournir des solutions personnalisées en matière de rapidité logistique, de complexité et de quantité de marchandises à dédouaner;