Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, gewaarborgd bij de artikelen 12, tweede lid, en
14 van de Grondwet, alsook bij artikel 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, van artikel 51 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in samenhang gelezen met de artikelen 2, 1°, en 7, § 1, van het voormelde decreet, in zoverre het met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en een geldboete
van 100 frank tot 1 ...[+++]miljoen frank of met één van die straffen diegene straft die afvalstoffen achterlaat of hanteert zonder de wets- en verordeningsbepalingen in acht te nemen, doordat de definitie van afvalstof wordt overgelaten aan de beoordelingsvrijheid van de strafrechter.La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité avec le principe de légalité en matière répressive, garanti par les articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, ainsi que par l'article 7 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, de l'article 51 du décret de la Région wallonne du 27 juin 1996 relatif aux déchets, lu en combinaison avec les articles 2, 1°, et 7, § 1, du décret précité, en ce qu'il punit d'une peine d'emprisonnement de huit jours à trois ans et d'une amende
de 100 francs à un millions de francs, ou d'une ...[+++]de ces peines seulement, celui qui abandonne ou manipule des déchets au mépris des dispositions légales et réglementaires, en abandonnant à une appréciation relevant de la discrétion du juge répressif la définition de déchet.