De gebouwen moeten een voltooiing en een minimum uitrusting zoals bepaald in artikel 1, 10°en 11°, genieten en wanneer de inrichting van de gebouwen het mogelijk maakt, beschikken over gemeenschappelijke dienstlokalen bedoeld in artikel 1, 12°.
Les logements doivent bénéficier d'un parachèvement et d'un équipement minimum tels que définis à l'article 1, 10° et 11°, ainsi que, lorsque l'agencement des logements le permet, des locaux de service communs visés à l'article 1, 12°.