De Minister of zijn gemachtigde kan toestaan dat een persoon van minimum vijftig jaar oud die geen houder is van een getuigschrift of van een bewijs van vakbekwaamheid, maar die over een praktische ervaring beschikt van ten minste vijf jaar in het dagelijks bestuur van de onderneming waarin zich, sedert maximum een jaar, een van de gebeurtenissen als bedoeld in het eerste lid heeft voorgedaan, de leiding van de vervoerwerkzaamheden voortzet van de persoon die is overleden of onbekwaam is geworden.
Le Ministre ou son délégué peut autoriser une personne âgée de cinquante ans au moins qui n'est pas titulaire d'un certificat ou d'une attestation de capacité professionnelle mais qui possède une expérience pratique d'au moins cinq ans dans la gestion journalière de l'entreprise où s'est produit, il y a un an au maximum un des événements visés à l'alinéa 1, à poursuivre la direction de l'activité de transport que la personne décédée ou devenue incapable exerçait au sein de cette entreprise.