Met betrekking tot het vroegere artikel 135 van het Wetboek van strafvordering oordeelde het Hof in de arresten nrs. 82/94, 22/95 en 29/98 (respectievelijk in B.9, B.8 en B.8.1) dat de wetgever, door het beroep dat aan de verdachte - thans inverdenkinggeste
lde genoemd - wordt geboden tegen een verwijzingsbeschikking te beperken tot de excepties van onbevoegdheid alleen, t
erwijl het openbaar ministerie en de burgerlijke partij alle middelen in hoger beroep kunnen aanvoeren tegen een beschikking van buitenvervolgingstelling van de raadk
amer, een ...[+++]maatregel heeft genomen die onevenredig is met de doelstelling die hij nastreeft.
En ce qui concerne l'ancien article 135 du Code d'instruction criminelle, la Cour a estimé, dans ses arrêts n 82/94, 22/95 et 29/98 (respectivement en B.9, B.8 et B.8.1), qu'en limitant le recours offert à l'inculpé contre une décision de renvoi aux seules exceptions d'incompétence, alors que le ministère public et la partie civile peuvent invoquer tous les moyens en appel d'une ordonnance de non-lieu de la chambre du conseil, le législateur a pris une mesure disproportionnée à l'objectif qu'il poursuit.