In afwijking van § 1 kan aan het personeelslid pensioen worden verleend op de eerste dag van de maand die volgt op zijn zestigste verjaardag, of op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de stopzetting van zijn functies indien deze later valt, op voorwaarde dat het ten minste vijf dienstjaren telt op grond waarvan het aanspraak kan maken op het pensioen, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen.
Par dérogation au § 1, une pension peut être accordée au membre du personnel le premier jour du mois qui suit son soixantième anniversaire, ou le premier jour du mois qui suit la cessation de fonction si celle-ci a lieu plus tard, à condition qu'il compte au moins 5 ans de services admissibles, à l'exclusion des bonifications accordées pour études et des périodes valorisées à titre de services admissibles pour la détermination du traitement.