1. verklaart nogma
als groot belang te hechten aan het Interinstitutioneel Akkoord, maar spreekt zijn verontrusting uit over de groeiende kloof tussen de toenemende behoeften die door de begroting van de Europes
e Unie gefinancierd moeten worden - een toename die voortkomt uit de uitbreiding van de bevoegdheden krachtens het Verdrag van Amsterdam en uit de geografische uitbreiding van de Unie die op het programma staat - en de structurele inkrimping van de com
munautaire uitgaven zoals ...[+++] die voortvloeien uit de financiële vooruitzichten, een inkrimping die weerspiegeld wordt door een regelmatige vermindering van het BNP-percentage dat aan de communautaire begroting wordt toegekend;
1. confirme son attachement à l'accord interinstitutionnel; s'inquiète cependant de l'écart entre, d'une part, les besoins grandissants à couvrir par le budget de l'Union européenne, du fait de l'extension des compétences prévues par le traité d'Amsterdam et de l'élargissement géographique programmé de l'Union, et, d'autre part, la contraction structurelle des dépenses communautaires telles qu'elles résultent des perspectives financières, laquelle contraction se traduit par une diminution régulière du pourcentage du PIB affecté au budget communautaire ;