Ze voorziet ook in de mogelijkheid voor een korpschef om te beslissen het naamplaatje te vervangen door een interventienummer om te vermijden dat bij gevaarlijke interventies, degenen tegen wie wordt opgetreden het naamplaatje gebruiken om later over te gaan tot intimidatie, bedreigingen en zelfs wraakoefeningen tegen de politieambtenaren of -agenten die de interventie hebben uitgevoerd.
Elle organise aussi la possibilité pour un chef de corps de décider de remplacer la plaquette nominative par un numéro d'intervention pour éviter que dans le cadre d'interventions à risque, la plaquette nominative ne permette à ceux qui font l'objet d'une intervention de procéder ultérieurement à des intimidations, à des menaces, voire à des représailles à l'égard des fonctionnaires de police ou des agents de police qui ont mené l'intervention.