I. overwegende dat de EU op macro-economisch gebied prioriteit dient toe te kennen aan beleid gericht op investeringen in de industrie- en de dienstensector, in het bijzonder in deze crisistijd waarin investeringen (met name in capaciteit, en in mindere mate in productiviteit) het eerst worden geschrapt; overwegende dat de lidstaten, de EU en de regionale en lokale overheden doelstellingen voor publieke investeringen dienen vast te stellen (d.w.z. wat betreft de investeringsuitgaven binnen de totale publieke uitgaven), ook in het kader van bezuinigingsplannen,
I. considérant que la priorité macroéconomique de l'Union doit être une politique générale en faveur de l'investissement dans l'industrie et les services, particulièrement en ces temps de crise où l'investissement (en particulier de capacité, plus que de productivité) est la dépense la plus rapidement sacrifiée; considérant que les États membres, l'Union et les collectivités territoriales doivent se donner des objectifs en matière d'investissement public (c'est-à-dire quant à la part des dépenses d'investissement dans les dépenses publiques totales), y compris dans le cadre des plans d'austérité,