2. meent dat de informatiemaatschappij in haar geheel, met inbegrip van de audiovisuele diensten, een evenwichtige sociale, regionale, culturele en taalkundige ontwikkeling dient te volgen en dat alle burgers daarvan de vruchten moeten kunnen plukken om nieuwe vormen van uitsluiting, met name de "digitale kloof", te voorkomen;
2. estime essentiel que la société de l'information dans son ensemble, y compris les services audiovisuels, suive un développement social, régional, culturel et linguistique équilibré et que, pour éviter de nouvelles formes d'exclusion, notamment la "fracture numérique", tous les citoyens soient assurés de pouvoir bénéficier de ses effets positifs;