1. Alle entiteiten die volgens een nationaal programma voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, als bedoeld in artikel 8, normen voor de beveiliging van de luchtvaart moeten toepassen, moeten een programma voor de beveiliging van de entiteit opstellen, toepassen en instandhouden.
1. Chaque entité tenue d'appliquer des normes de sûreté aérienne, en vertu d'un programme national de sûreté de l'aviation civile visé à l'article 8, élabore, applique et maintient un programme de sûreté de l'entité.