Art. 2. Met het oog op de uitlotingen werden de uitgegeven obligaties verdeeld in groepen van opeenvolgende obligaties, het eerste nummer van elke groep eindigend op het cijfer 1, met als uitzondering de obligaties van 5.000 F van de lotenlening 1938, waarbij het eerste nummer van elke groep eindigt op het cijfer 1, 3, 5, 7 of 9 en de obligaties van 10.000 F van de lotenlening 1941 welke eindigen op een cijfer van 0 tot 9.
Art. 2. En vue des tirages au sort, les obligations émises ont été réparties en groupes d'obligations successives, le premier numéro de chaque groupe se terminant par le chiffre 1, à l'exception des obligations de 5.000 F de l'emprunt à lots 1938, pour lesquelles le premier numéro de chaque groupe se termine par le chiffre 1, 3, 5, 7 ou 9 et des obligations de 10.000 F de l'emprunt à lots 1941 qui se terminent par un chiffre de 0 à 9..