Zij berusten ook op « overwegingen van volksgezondheid » : enerzijds, de omstandigheid dat « een vermindering van de kwaliteit van het onderwijs [.] van dien aard is dat ze op termijn de kwaliteit van de verstrekte z
orgen aantast », en anderzijds, « een tekort aan be
roepsmensen » dreigt teweeg te brengen dat voortvloeit uit « het feit dat de overgrote meerderheid van de niet-verblijvende studenten niet van plan is zijn bero
ep in België uit te oefenen », waarbi ...[+++]j wordt gepreciseerd dat er zeer zeker een tekort ontstaat wanneer bij aanvang een selectie wordt georganiseerd (ibid., p. 13).
Elles reposent aussi sur des « considérations de santé publique » : d'une part, la circonstance qu'« une diminution de la qualité de l'enseignement [.] est de nature à altérer à terme la qualité des soins dispensés » et, d'autre part, un « risque de pénurie des professionnels » résultant du « fait que la très grande majorité des étudiants non-résidents n'entend pas exercer en Belgique », étant précisé que la pénurie serait certaine si une sélection à l'entrée était organisée (ibid., p. 13).