De verlener van de stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning neemt, behoudens in de gevallen omschreven in artikel 5.4.1, derde lid, en artikel 5.4.2, derde lid, het naleven van de bekrachtigde archeologienota en van dit decreet op als voorwaarde in de vergunning.
L'instance qui délivre une autorisation urbanistique ou un permis de lotir reprend, hormis dans les cas décrits à l'article 5.4.1, alinéa trois, et à l'article 5.4.2, alinéa trois, le respect de la note archéologique ratifiée et du présent décret comme condition dans l'autorisation.