Die interpretatie wordt bevestigd door het advies van de Raad van State en door de parlementaire voorbereiding van de financieringswet. Uit de toenmalige verklaringen van vice-eerste minister Dehaene blijkt dat oorspronkelijk alle leerlingen van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs, ongeacht hun leeftijd, in aanmerking werden genomen (Stuk Kamer, nr. 635/18, 88/89, blz. 487 en 602).
Cette interprétation est corrobée par l'avis du Conseil d'État ainsi que par les travaux préparatoires de la loi spéciale de financement qui montrent, par le biais des déclarations du vice-premier ministre de l'époque M. Dehaene, que tous les élèves de l'enseignement fondamental et de l'enseignement secondaire, quel que soit leur âge, étaient pris en compte, à l'origine (do c. Chambre, nrº 635/18, 88/89, pp. 487 et 602).