De uitbreiding van de capaciteit van het Auditoraat gecombineerd met een strikter prioriteitenbeleid (er worden geen nieuwe dossiers opgestart zolang de lopende zaken zelf niet eerst zijn afgehandeld), heeft er voor gezorgd dat dossiers waarvan het onderzoek is afgelopen niet langer meer worden opgeschort zoals dat in het verleden wel is gebeurd.
Le renforcement des moyens de l’Auditorat, combiné à une politique plus stricte de ses priorités (aucune instruction nouvelle ne peut être ouverte tant que les affaires en cours n’ont été traitées), a permis de ne plus prolonger la suspension des instructions finalisées, comme ce fut le cas par le passé.