Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat het Statuut « niet aldus kan worden uitgelegd dat, in het kader van een rechtstreekse vordering krachtens artikel 85bis, lid 4, van dat Statuut, de uitkeringen die de Unie verplicht is te betalen uit hoofde van, enerzijds, artikel 73 van dat Statuut, dat beoogt de risico's van ziekte en ongevallen te dekken, en, anderzijds, artikel 78, van datzelfde Statuut, dat betrekking heeft op de betaling van een invaliditeitspensioen, definitief voor haar rekening moeten blijven » (HvJ, 15 oktober 2015, C-494/14, arrest Europese Unie t. Axa Belgium SA, punt 44).
La Cour de justice a jugé que le Statut « ne peut pas être interprété en ce sens que, dans le cadre d'une action directe en vertu de l'article 85bis, paragraphe 4, de ce statut, les prestations que l'Union est tenue d'honorer au titre, d'une part, de l'article 73 dudit statut, visant à couvrir les risques de maladie et d'accident et, d'autre part, de l'article 78 de ce même statut pour le versement d'une pension d'invalidité doivent définitivement rester à sa charge » (CJUE, 15 octobre 2015, arrêt Union européenne c. Axa Belgium SA, C-494/14, point 44).