6. Indien de Administratie, een benoemde inspecteur of een erkende organisatie bepaalt dat het ballastwaterbeheer van een schip niet overeenkomt met de gegevens op het ingevolge voorschrift E-2 of E-3 vereiste certificaat of zodanig is dat het schip niet naar zee kan zonder een bedreiging te vormen voor of schade te veroorzaken aan het milieu, de gezondheid van de mens, aan goederen of hulpbronnen, dient de inspecteur of organisatie erop toe te zien dat onverwijld herstelmaatregelen worden getroffen opdat het schip alsnog aan de vereisten voldoet.
6. Lorsque l'Administration, un inspecteur désigné ou un organisme reconnu détermine que la gestion des eaux de ballast du navire ne correspond pas aux indications du certificat prescrit en vertu de la règle E-2 ou E-3 ou est telle que le navire n'est pas apte à prendre la mer sans présenter de menace pour l'environnement, la santé humaine, les biens ou les ressources, cet inspecteur ou organisme doit veiller immédiatement à ce que des mesures correctives soient prises pour rendre le navire conforme.