Tijdens de parlementaire voorbereiding van de programmawet van 22 december 1989, waarbij deze bepaling werd ingevoerd, werd gepreciseerd dat die aan de moeder opgelegde voorwaarde van volledige rust « gewettigd [is] zowel door de aard van de voorziening (uitkering of vervangingsinkomen) als door het beoogde oogmerk (moederschapsrust) » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 975/1, blz. 16).
Les travaux préparatoires de la loi-programme du 22 décembre 1989, qui institue cette disposition, précisent que cette condition de repos complet de la mère « se justifie tant par la nature de la prestation accordée (indemnité ou revenu de remplacement) que par la finalité poursuivie (repos de maternité) » (Do c. parl., Chambre, 1989-1990, nº 975/1, p. 16).